Armoedegelden alleen nog voor stadsgenoten die het echt nodig hebben


maatwerk-weinig-geld

Maatwerk voor mensen met weinig geld

Wethouder Maarten Struijvenberg heeft afgelopen vrijdag het nieuwe armoedebeleid van de gemeente Rotterdam gepresenteerd. Het nieuwe beleid biedt maatwerk aan de mensen die het écht nodig hebben.

In het collegeprogramma dat een maand geleden het licht zag, was het college er al duidelijk over: werken moet lonen. Het verschil tussen werk en bijstand mag groter worden. Waarbij de wethouder nu aantekent: ‘Geld is niet altijd de oplossing voor geldproblemen. Werk is de beste remedie voor armoede.’
De gemeente Rotterdam vindt dat het geld voor armoedebestrijding terecht moet komen bij de Rotterdammers die het echt nodig hebben. Daarom is bijvoorbeeld de langdurigheidstoeslag afgeschaft. Dat was een jaarlijkse automatische toeslag voor mensen die langer dan vijf jaar een bijstandsuitkering hadden.

Armoedebestrijding heeft de komende jaren ook in Rotterdam nog steeds prioriteit, maar voortaan levert de gemeente alleen nog maatwerk. De Wijkteams en bureau Frontlijn kunnen armoede achter de voordeur signaleren en aanpakken. Een wijkteam heeft een speciaal budget om in gevallen van hoge (geld)nood een oplossing te bieden waarvoor bijzondere bijstand te laat zou komen. Bijvoorbeeld voor eenmalige boodschappen als er helemaal geen eten meer in huis is.

Armoede ontstaat onder meer door schulden. Met hoge schulden kom je moeilijker aan het werk. Daarom zet de gemeente ook in op het voorkomen van schulden. Bijvoorbeeld door kinderen op school al les te geven over geld.

Initiatieven in de stad die bijdragen aan het oplossen van armoede kunnen op steun van de gemeente rekenen. Een voorbeeld van zo’n project is de Kledingbank in Delfshaven. Particulieren hebben het initiatief genomen om goede, nog bruikbare kleding door te geven aan mensen die het niet breed hebben. Zij kunnen twee keer per jaar naar de Kledingbank om voor zichzelf en hun kinderen drie sets kleiding uit te zoeken. Daarvoor hebben ze wel een verwijsbrief van de huisarts nodig of een instantie zoals de sociale dienst of vluchtelingenwerk.

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *